Liège – Bastogne – Liège

Na de Ronde van Vlaanderen begin april en Parijs Roubaix de week erop stond nog één klassieker op het programma. Het was het derde deel van de Skoda Classic Challenge, en ik wou deze ook wel op mijn palmares zetten.

In de week ervoor erg getwijfeld tussen de afstand van 167 km en de 279 km. Mijn struikelblok was vooral het feit dat Luik toch een uur of 2 rijden is. De oplossing kwam er op woensdag. In een chatgesprek met Peter, de locomotief van Roubaix, stelde hij voor om bij hem in de mobilhome te overnachten. Een aanbod waarop ik graag inging. Normaalgezien ging ik met Jan meedoen, maar die deed slim genoeg de 167 km.

Vrijdagavond, na een stevige maaltijd bij mijn schoonouders rij ik richting Luik. Het is toch een tweetal uurtjes rijden, en de vele wegenwerken zorgen ervoor dat doorrijden geen echte optie is. Rond 10 uur kom ik aan en let ik het weten via Whatsapp. Een paar seconden later hoor ik luid ‚WOUTER’. Peter staat eventjes verder geparkeerd. Binnen maak ik kennis met Johnny, de kennis van Peter. Hij gaat ook de lange afstand doen, maar met zijn palmares is al snel duidelijk dat hij er veel sneller over gaat rijden. 

Al snel krijg ik een warme tas thee én trakteert Johnny op vlaai (voor de Belgen: stuk taart). Na een tweede tas thee gaat Johnny gaan slapen. Samen met Peter besluit ik nog een wandeling te doen naar de startlocatie, kwestie van parcourskennis op te bouwen. Na de wandeling gaan we echter ook slapen, want het wordt vroeg dag.

Het slapen in de mobilhome valt erg goed mee. Bij het passeren van een auto beweegt de mobilhome eventjes goed mee. ‚t is gewoon worden. Daarnaast ben je de dag voor een evenement als dit altijd wel wat zenuwachtiger. Na een goed ontbijt ga ik alvast naar de start om ons in te schrijven. Peter en Johnny waren nog even bezig met de fiets in orde te zetten. De inschrijvingen verliepen echt vlot, ondanks de drukte. Ik ontmoet er ook Johan van Cyclo4Cancer. Ook hij gaat de lange afstand rijden en moet mij ergens gepasseerd zijn.

sportograf-47249572_lowres

Rond 7 uur vertrekken we dan vanaf de mobilhome. De eerste kilometers gaan doorheen Luik, met af en toe zelfs een kasseistrook (en zelfs in een afdaling). Eens uit Luik begint het al direct te klimmen richting Embourg. We passeren zelfs al voorbij de Thier des Forges, de beklimming die we op het einde van de dag ook nog eens moeten doen. Johnny zien we op elk oplopend stuk wegfladderen.

sportograf-47227497_lowres

Na al een aantal langere klimmen volgt er een afdaling richting Remouchamps. Op de rechterkant zien we La Redoute al lachen naar ons, aangezien het nog vroeg is, kunnen we zelf teruglachen. We dienden echter rechtdoor te rijden. In de verte zien we Johnny opnieuw rijden. Er komt echter opnieuw een helling aan, waardoor de laatste 50 meter overbruggen niet erg simpel is. Een kilometer of 3-4 verder lukt het toch. Op dat moment beslist Peter om even een sanitaire stop uit te voeren. De koffie van ‚s morgens doet blijkbaar zijn werk.

Even later, en met een kilometer of 48 op de teller is het de eerste bevoorrading. We nemen wat drank, enkele koeken en eten deze op het gemak op. Ik zie nog wat bekende truitjes aankomen, enkele renners van Cyclo4Cancer en Merijenniezere.

Na de bevoorrading is het eventjes vlak, en merken we opeens dat Johnny stopt. Als hij weer komt aansluiten laat hij doodleuk weten dat zijn rem sleept. Vlug kijken Peter en ik onze fiets na, maar jammergenoeg hebben wij datzelfde probleem niet.

De kilometers die er nu volgen ken ik behoorlijk goed. Een paar keer al met Herman in deze buurt geweest, daarnaast logeerde ik een paar jaar geleden met Jan in Harre tussen de buffels. Via de kleinere banen gaat het richting La Roche, langs de Samrée dalen we af naar dit mooie stadje. Al vaak ben ik hier geweest, maar de Côte de La Roche heb ik nog nooit gedaan. Het is een erg mooie klim. In feite merk ik wel weinig verschil tussen deze helling én de niet genoemde hellingen.

Na de Côte de La Roche begin ik toch wel te merken dat de benen al wat lastig beginnen doen. Op de tussenstukken is het toch wel serieus op de tanden bijten. Een aantal kilometer voor Bastogne gaat het licht zelf wat verder uit. Op een stuk tegenwind moet ik iedereen laten rijden. De bevoorrading is meer dan welkom, maar als je ziet wat er dan nog op de teller staat… hmm. Intussen zijn we 112 km ver en staan er ongeveer 1700 hoogtemeters op de teller. Nog een 165 km te gaan, en ook nog 2700 hoogtemeters. Het is eigenlijk wel een beetje waanzin.

De bevoorrading heeft me deugd gedaan, ik heb terug wat meer energie, en Het is ook eventjes iets minder klimmen, en dat is toch wel erg aangenaam. Johnny besluit om vanaf hier alleen door te rijden, want het is voor hem natuurlijk niet zo leuk om aan de bevoorrading wat langer te moeten wachten. Via enkele grotere/rechtere banen gaat het richting Houffalize. In Houffalize ken ik zowat elke klim, maar niet bij naam. Ik was er echter ééntje uit het oog verloren, en nog wel diegene die op het parcours lag. Kleine misrekening. De Côte St. Roche is een erg lastige helling. In La Chouffe is deze helling een extra helling. Na 134 km is dit de eerste echte test, en eigenlijk valt het nog goed mee. Achteraf gezien rij ik hem sneller op dan tijdens La Chouffe de laatste keren. Dus ik mag niet klagen.

Na deze volgen hellingen die iets beter lopen, maar toch wel lastig beginnen worden. Ik merk dat ik de hele tijd balanceer op een hongerklop, maar toch krijg ik aan de bevoorradingen niet meer binnen.

Even later kan ik Peter echter heugelijk nieuws melden: het heeft geen zin meer om terug te keren, want de weg voor ons is even lang als die achter ons. Over de lastigheidsgraad gaan we ons echter niet uitspreken.

Bevoorrading nummer 3 na 149 km zorgt weer voor een energieboost. Er volgen zelf een aantal kilometers waar het iets vlotter op gaat, namelijk licht dalende stukken, voorbij Gouvy en Vielsalm. Het zijn welgekomen stukken, want ze zorgen ervoor dat we even kunnen recupereren, en ook wat kilometers maken.

Na 174 km en bijna 8 uur onderweg doemt de Wanne op. Het eerste stuk gaat nog behoorlijk, maar het tweede stuk, na het opdraaien naar links loopt niet vlot meer, en ook in het bos is het erg lastig. Peter staat gelukkig boven op mij te wachten. In de afdaling kan ik wat afstand nemen doordat hij iets trager daalt (en een sanitaire stop inlast). Maar net voor de Stockeu haalt hij me terug in. Even probeert hij deze berg te ontwijken door de straat verder in te slaan. Zelf word ik door een Japanner tegengehouden, ‚t is te zeggen, ik dacht dat hij een probleem had, hij wou blijkbaar enkel een foto nemen.

Op de Stockeu breekt het. Ik geraak niet in een ritme, geraak zelfs amper vooruit. Het is een eindeloze beklimming, en ik ben maar wat blij als blijkt dat het aan het monument van Eddy Merckx naar links is, en niet de uitloper verder. Op het einde schreeuwt Peter me nog naar boven, wat erg deugd doet. Na de afdaling is er gelukkig een tussenstop in Stavelot. Dit kwam niet te vroeg! Ik ben volledig leeg, geraak niet meer in een ritme en voel me ook nog eens barslecht. Nog nooit heb ik zo afgezien, en nog nooit heeft een berg me zo gekraakt.

Het telefoontje naar huis heeft blijkbaar daar ook wat mensen bang gemaakt, want ik word aangeraden om te stoppen. Peter spreekt me wat moed terug in en toch rijden we verder. Het lastige zijn de steile hellingen, het is vooral daar dat ik niet in een ritme geraak. De Haute Levée bij het buitenrijden van Stavelot is er zo één. Wat me wel ook wat sterkt is het feit dat ik niet alleen ben. In de Ronde van Vlaanderen klom ik ook erg slecht, maar toen werd ik ook voorbijgereden langs alle kanten. Op deze helling valt dit eigenlijk goed mee.

Eens het wat vlakker wordt gaat het al bij al nog, maar ik wil niet met de krachten woekeren, dus vraag ik aan Peter om zeker niet té snel door te rijden. Zijn turbo van in Roubaix is namelijk ook hier goed actief.

De volgende helling is de Rosier. Normaalgezien een helling die me erg goed ligt, niet té steil, lang.. Maar hier is het echt naar boven kruipen. Achteraf gezien dat ik er 7 minuten langer overdoe dan normaal. Deze helling volgt dan wel na 190 km, maar het zou toch beter moeten gaan. Niets aan te doen.

Boven staat Peter alweer op mij te wachten. Hij is blijkbaar ook gevallen, doordat hij niet uit zijn klikpedaal geraakte. We vatten de afdaling aan, maar als er even later een oplopend stuk opdoemt, zie ik het niet meer zitten en parkeer ik me langs de kant. Het is teveel geweest. Er staan 212 kilometer op de teller. Er moeten er nog een kleine 70 komen, en de zwaarste hellingen moeten er nog aankomen, Peter probeert me echter terug moed in te spreken, en ik besluit dan toch maar om verder te rijden. In Remouchamps kan ik altijd nog kiezen wat ik ga doen. Ofwel rechtstreeks naar Luik, ofwel toch nog verderdoen.

Het stuk wat we nu hebben is er eentje in grotendeels dalende lijn. Het doet deugd om in het wiel van Peter te kunnen kruipen en toch nog een deftig tempo richting Remouchamps te halen. De kilometers vliegen erdoor, de energie komt ook weer wat bij dankzij het prima gelletje dat ik van Peter kreeg.

In Remouchamps aangekomen is er opnieuw een bevoorrading. Het is er al behoorlijk kalm, wat de mogelijkheid geeft om op het gemak bij te tanken en voldoende te eten. Wat er nu aankomt is namelijk geen gemakkelijke opdracht. Aan de bevoorrading krijg ik van Peter te horen dat Johnny al aangekomen is. Jammergenoeg kan hij niet binnen in de Mobilhome.

De eerste helling is zowat de bekendste van de 4 die nog komen: La Redoute. Ik schakel direct kleiner en besluit op een eigen tempo naar boven te rijden. De sfeer is erg goed, langs de kant staan er enkele mobilhomes klaar voor de profs de dag erna en de supporters staan nog steeds vlot te supporteren.

sportograf-47279617_lowres

Het kost heel wat moeite, maar toch geraak ik boven, en daar ben ik toch wel blij mee. De meeste andere zie ik toch wel te voet gaan.

Na La Redoute komt een stuk waarover Wuyts zelfs zegt dat het lastig is, en als Michel ‚t zegt… De volgende officiële helling is de Thier des Forges, ik herken de helling niet meer van ‚s morgens. Nochtans rij ik er nu wel traag genoeg over.

sportograf-47263263_lowres

De helling die we erna voor de wielen krijgen zag ik iets minder zitten. Jan had mij al laten weten dat de Roche aux Faucons „niet normaal” was. Dat vond ik ook toen ik ‚t eerste stuk zag, maar toen bleek er nog een tweede en een derde te komen. Boven liet ik Jan weten dat het inderdaad lastig was. Het antwoord was of ik de uitloper al gedaan had. Die diende ik inderdaad nog te doen. En die mocht er ook wel zijn.

sportograf-47286656_lowres

Na de Roche aux Faucons gaat het richting Luik. We komen binnen langs het stadion van Standard, doorheen de oude wijken, en het gaat ook nog richting enkele vervallen stadsdelen om de laatste officiële helling aan te vatten: De Côte Saint Nicolas, een helling die ik me vooral herinner van het duel tussen Vandenbroucke en Boogerd. Net zoals Boogerd toen, bleef ik nu vooral ter plaatse achter. Gelukkig lopen er nog enkele plaatselijke jeugdigen, die me aanmoedigden (en intussen achter een bidon vroegen). Boven staat Peter me alweer op te wachten en zet hij zich weer op kop.

Eens boven zaten alle 10 de officiële hellingen erop. Enkel een afdaling naar Ans, en de strook naar de finish scheiden ons van de finish. Die laatste is er ook eentje om nooit te vergeten. Op TV zie je de renners daar soms ook stilvallen. Het ziet er niet echt lastig uit, maar het duurt toch wel eindeloos. Het is intussen ook al wat na 20u.

Eens boven rijden we nog een paar honderd meters door. Het lijkt me dat we verkeerd zijn, maar er zijn nergens nog pijlen te bespeuren. We rijden dan maar naar de officiële aankomst was. In tegenstelling tot de Ronde van Vlaanderen is hier amper iets te zien van de profwedstrijd of aankomst. De enige referentie waren de wagens van de RTBF.

Aangezien we weinig zin hebben (ik althans) om nog extra kilometers te maken, stel ik de GPS maar in naar de finish. Gelukkig is het niet al té ver meer, en gaat het ook grotendeels bergaf.

Hoewel het al 20u30 was, ga ik toch nog eens naar de finish gaan kijken, in de hoop nog een medaille en tshirt op te halen én natuurlijk de kasseisteen omdat ik de 3 tochten van de Skoda Cycling Challenge gereden heb. De medailles en kasseistenen zijn al uitgeput, gelukkig zijn er nog tshirts.

Nadat ik officieel ook aangekomen ben keer ik terug naar de Mobilhome. Peter is namelijk rechtstreeks naar daar gereden omdat Johnny al een hele tijd staat te wachten. Als ik terugkeer word ik hartelijk ontvangen. Het instappen in de mobilhome gaat nog net, al is het trapje toch wel wat hoog. De beentjes voelen behoorlijk pijnlijk, maar iets minder dan na Parijs Roubaix.

Er stonden 283 kilometer op de teller, een nieuw afstandsrecord, en ook in duur nog nooit zolang op een fiets gezeten. Het hoeft niet gekker te worden, dus een verbetering van dit record zit er niet direct in.

Luik-Bastenaken-Luik heeft me volledig gekraakt, niet alleen fysiek, maar ook mentaal. Nog nooit heb ik zo afgezien op een rit als op deze. Was Peter er niet geweest, dan had ik nooit uitgereden. Hij heeft me er doorgesleurd en doorgeschreeuwd. Ik veronderstel dat hij een iets vlottere dag in zijn gedachten had, en niet van plan was om zolang rond te rijden. Heel erg bedankt Peter! Dit vergeet ik nooit!

3 comments

Wouter,

Proficiat maat, en dat gevoel van ondersteuning die je kreeg van Peter … dat ken ik goed … Ik zet ook een standbeeld voor iemand, en die iemand zie jij alle dagen als je in de spiegel kijkt.

Felicitaties

Mensen,
dit geweldige verlag van Wouter beschrijft een geweldige dag met een superprestatie van Wouter en ik (peter)
echter: ook ik heb afgezien, pijn geleden en gevloekt.
Maar als ik dan naar Wouter keek die dapper en strijdlustig op zijn fiets zat, en zich telkens weer opnieuw wist door te bijten dan wist ik dat we samen deze klus konden klaren. Ik was in tegenstelling als wouter schrijft echt niet in de hoop een snelle rit te maken.Ik heb echter genoten van deze prachtige maar enorm zware dag waar twee vechtersbaasjes de klus geklaard hebben….
Met een diepe buiging voor Wouter!!
Proficiat Maatje..