De laatste weken vertoefde ik vooral in de Vlaamse Ardennen. Voor de basis te leggen is dit een zeer ideaal terrein, maar het werd wel eens tijd om eens een langere klim te doen. Via de website van de Challenge Big had ik een paar hellingen gevonden in de buurt van Couvin. Deze hellingen zijn al iets langer (sommige toch al bijna 5 km), wat toch wel idealer is om wat klimritme op te doen. Thomas was direct bereid om mee te rijden.
Aangezien het voor ons beiden een korte nacht was besloten we iets later te vertrekken. Zo stonden we rond kwart na 11 op de markt in Couvin. Een toch wel levendig plaatsje. Misschien was het omdat het goed weer was…
De eerste helling van de dag kwam er al behoorlijk snel aan: de Barrage du Ry de Rome. Een mooie klim die toch wel behoorlijk stijl is. Aan een rustig tempo reden we naar boven. Eens boven kwamen we in een uitgestrekt bos terecht. En wat hoort er bij een bos… inderdaad een bosweg. Opeens ging de baan van (slechte) asfalt over in een aardeweg. Gelukkig lag de aarde erg stevig, waardoor het zelfs beter reed dan op de asfalt weg. Lang duurde het niet, want even later kwamen we in iets wat zou kunnen doorgaan als de bewoonde wereld.
Na een lange afdaling kwamen we in Frankrijk terecht. Ook zonder dat je het bord zou gezien hebben merkte je het: opeens perfecte asfalt en zelfs een fietspad. De afdaling eindigde langs de boorden van de Maas. Het volgende stadje dat we tegenkwamen was Révin. Daar ligt de voet van de Mont Tranet, een klim die uit enkele haarspeldbochten bestaat en een prachtig uitzicht geeft over de Maas. Doordat het profiel ook de laatste 2 km meeneemt (die zijn amper 2%) lijkt het op papier een gemakkelijke klim, niets is minder waar.. Amai. Boven kom je dan ook nog eens op een plateau. Erg leuk als je daar meewind hebt denk ik, maar die ervaring zal voor een volgende keer zijn blijkbaar. De wind blies hard in ’t nadeel!
Langs kleine, rustige baantjes kwamen we aan een andere rivier terecht: de Semois. Daar begon de derde klim die meetelt voor de Challenge Big: de Col du Loup. Dit was eigenlijk de enige klim die wat gelijkmatig ging en eigenlijk nooit lastiger was dan 8%. Eindelijk eentje die me dus lag. Boven snel even fotootje getrokken en dan richting Thilay afgedaald. Bedoeling was om daar de bidonnetjes bij te vullen in een restaurant / café. Maar ’t was precies een spookdorp. Amai, amper volk. Gelukkig vonden we iemand die ons wat kraantjeswater kon geven. Met volle bidons vertrokken we richting de volgende helling: Roc La Tour. Ik voelde dat de energie op aan het geraken was. Toch boven geraakt. Normaalgezien heb je daar een prachtig uitzicht, maar blijkbaar moest je daarvoor nog iets meer naar rechts rijden. Wij kozen echter om terug richting de Semois te rijden.
Langs de Samois gingen we terug richting Révin alwaar we eindelijk een café vonden dat open was. Daar snel een cola gedronken, kwestie van terug suikers te hebben voor het laatste stuk. Dit laatste stuk ging ook behoorlijk omhoog. Welliswaar langs de grote baan, waardoor het niet erg steil was.
Met 125 km op de teller kwamen we terug aan de wagen. In totaal hadden we 1.940 hoogtemeters. Een deftig ritje want ook het gemiddelde was niet van ’t laagste: 24,9 km.
’t was een erg leuke rit! Thomas, bedankt voor ’t wachten en ’t gezelschap! Zeker voor herhaling vatbaar.
Mooi verslag. Ik heb de Mont Tranet in 2009 ontdekt en het is mij een zeer dierbare klim geworden. Wist je dat deze klim jaren in het criterium international zat?