4u40, de wekker gaat af, het begin van een lastige dag. Op het programma staat de Ronde van Vlaanderen voor wielertoeristen. Na een kort ontbijt gaat het richting De Pinte, waar mijn vader klaar staat om mezelf en Thomas naar Brugge te voeren. Normaalgezien ging Jan ook nog meegaan, maar een hardnekkig vastzittende heup en een nog hardnekkigere ziektekiem beslisten er anders over.
Rond 6u40 komen we aan in Brugge, deze keer niet op de markt, maar aan het Jan Breydelstadion. Het is nog donker, dus we zijn tevreden dat we de raad van de organisatie hebben opgevolgd en lampjes hebben meegenomen. Na 7 km bereiken we een mierennest, de markt van Brugge gonst van de wielertoeristen, klaar om 245 te knallen, of om 245 kilometer af te zien. Na de nodige sanitaire stops duiken we de massa in. Even een kort oponthoud aan de brug om Brugge buiten te rijden, maar dan kunnen we er echt invliegen.
De eerste kilometers gaat het snel, soms iets té snel. Het was erg gevaarlijk fietsen, steeds op het fietspad, maar je wordt voorbij gesneld langs links en rechts, moet uitwijken voor paaltjes. Het is misschien niet het lastigste parcours, maar je moet constant alert zijn. Af en toe werd er dan nog stevig doorgetrokken op een brug en ging het tempo naar 40 km/u, nochtans wilden we het rustig aanpakken, maar het is lastiger alleen te rijden, dan om nu in peloton te rijden.
De eerste bevoorrading na 54 km, in het Dorp van de Ronde, bereiken we al snel. Op dat moment komen ook de eerste zonnestralen door het wolkendek! Het belooft een zalige dag te worden qua weer, hopelijk ook nog qua fietsen. Na het bijtanken gaan we verder richting bevoorrading 2, in Waregem. Op de plek waar ik enkele weken geleden startte voor Dwars door Vlaanderen was het nu bevoorrading. De bidons bijgevuld (vooral die van Thomas – want die verdampt precies), wat meli koeken en we konden er weer vandoor knallen.
En inderdaad, als we Oudenaarde voorbij rijden, weten we dat nu het echte werk begint. De Wolvenberg is de eerste op het toch wel lange lijstje van hellingen. Zonder te forceren rijden we naar boven, alwaar de kasseien van de Ruiterstraat ons toelachen. Al bij al liggen deze nog goed (zeker in vergelijking met wat er nog komt). Het is ook het teken van een zone kassei’en. De zone waar ik enkele jaren geleden samen met Eddy zo op gevloekt heb, en dit jaar is het niet anders.
Met de Molenberg in Zwalm hebben we dan ook de eerste kasseihelling. Op een klein verzetje sleur ik me naar boven (al lijkt het op de filmbeelden dat ik gewoon groot rij. Het is gewoon traag rijden op een klein verzet). Ik merk al dat het een lastige dag gaat worden, en dat het op karakter zal zijn bergop én op de kasseistroken.
Intussen begint Thomas veel lawaai te maken, ‚t is te zeggen, zijn fiets. Een of ander technisch mankementje. Nadat we de Paddestraat ook achter de kiezen hebben is er echter een nieuwe bevoorrading, alwaar de Shimano stand een bezoekje krijgt van Thomas. Jammergenoeg kunnen ze niet direct helpen, want het zou teveel werk zijn. Maar ze verzekeren dat we nog wel in Oudenaarde geraken. Ook hier ruim onze tijd genomen en dan richting opnieuw een zwaarder stuk. Qua indeling kon de ronde wel tellen. 140 km achter de kiezen, en nog niet eens halfweg het ‚hindernissenblad’.
Even heb ik een beter moment, op de Haaghoek voluit in het afdalingsstuk om al zover als mogelijk te geraken op het klimmende deel. Een Nederlandse minibus deed echter iets teveel aan sight see-ing, waardoor ik in de remmen moet. Op adrenaline de kasseien nog verder afgereden, maar intussen wel vermoeid voor de Leberg, waar Thomas me opnieuw voorbij gaat. De hellingen hierna zou ik me niet meer laten verleiden, maar direct op de kleine plateau.
De hellingen volgen elkaar nu heel snel op. Beginnend met de Valkenberg in Brakel, daarna de Boigneberg en de Eikenberg. Deze laatste twee had ik de week ervoor al eens kunnen verkennen, in de E3 prijs Vlaanderen. Eens boven is het enkel nog afdalen naar Oudenaarde voor bevoorrading nummer 4. Hier is het al behoorlijk kalm, we zijn dan ook bij de achterhoede van het peloton. Maar goed, onze doelstelling is uitrijden, of dat nu als eerste is, of als laatste, dat maakt geen verschil. Hier was het echt bijtanken geblazen, want nu begint de zone van de waarheid.
Deze lastige zone begint met de fameuze Koppenberg. Thomas fladdert er al snel vandoor, en op mijn kleine verzetje probeer ik boven te geraken. Op het moment dat het even dreigt mis te lopen, krijg ik een welgekomen duwtje van een toeschouwer. Het zorgt ervoor dat ik geen voet aan de grond moet zetten en ook het steile stuk overleef. Even later gaat het via de Steenbeekdries en de afschuwelijke afdaling van de Stationsberg naar de Taaienberg. Normaal weiger ik in het gootje te rijden, maar om deze ronde tot een goed einde te brengen wil ik geen energie teveel verspillen. Nuja, op dit parcours is er van sparen niet veel sprake natuurlijk. De Kaperij is de volgende helling die op ons ligt te wachten. De vrienden van het vleugelgevende drankje hadden daar een energy boost stand. Hierna gaat het – om in de vleugelsfeer te blijven – naar de Kanarieberg. De combinatie van de vleugeltjes en het feit dat mijn lief vrouwtje bovenaan staan te wachten geven me een energieboost. Boven eventjes gestopt, weer wat gedronken en dan doorgereden.
De Kruisstraat in Ronse was als volgende aan de beurt. Na alle voorbijgaande hellingen valt deze eigenlijk nog goed mee, misschien omdat ik hem ook al behoorlijk goed ken. Bovenaan stonden Katherina en Robrecht te supporteren, en ook Magatje kwam nog aangereden. Nog 1 helling en we kunnen alweer bijtanken, maar wel een veneinige: de Karnemelkbeekstraat, de ‚nieuwe’ helling uit de E3 prijs Vlaanderen.
Terwijl we aan het sneukelen zijn, krijgen we opeens een erg leuke mededeling te horen. Het is op dat moment 18u30 en we krijgen te horen dat de Oude Kwaremont en Paterberg sluiten om 19u. Een 25 minuutjes dus nog om deze 2 hellingen te doen. In normale omstandigheden geen probleem, maar het zijn niet echt normale omstandigheden. Snel de fiets terug op, en even tempo maken richting de Oude Kwaremont. Thomas vraag ik alvast door te rijden, zodat hij zeker de Paterberg nog kan doen. Ik zou mij wel zien te redden. De krachten die ik op de Oude Kwaremont nog wou sparen voor die Paterberg moet ik nu echter aanspreken, en ook op het tussenstuk is er geen treuzelen aan.
Met nog 4 minuten overschot kom ik uiteindelijk aan de voet van de Paterberg. ’t is zwoegen om boven te geraken, maar uiteindelijk lukt het toch zonder voet aan de grond te zetten. Boven staat Thomas al eventjes te wachten, dus rijden we maar direct door. De laatste 15 kilometer komen eraan. Kilometers die we op het gemak rijden, want sneller ging toch niet meer eigenlijk.
Moe maar voldaan komen we aan de finish. We did it. Het is een lastige ronde geweest! Persoonlijk vond ik dit parcours lastiger dan het vorige. We rijden nog door naar de Qubus waar Elke en de vader van Thomas ons staan op te wachten. De meeste infostandjes zijn al afgebroken, al was het er nog iets drukker dan toen ik een paar jaar geleden in Meerbeke aankwam. Bedankt aan Thomas voor het gezelschap.
Voor wie de filmpjes wil bekijken, op deze link staan de filmbestanden.