05u30… Na een behoorlijk goede nacht (in tegenstelling tot bij andere cyclo’s) gaat de wekker. De start is om 6u45, ik heb geen ambitie om vooraan te eindigen dus als ik er ben om 6u45 is dat meer dan voldoende. ’s Morgens krijg ik nooit echt veel binnen. Aangezien de broodjesservice op zondag ook niet werkt waren het Kellogg’s als ontbijt.
Mijn vader en moeder waren ook al wakker. Altijd handig als je zo een volledig begeleidingsteam klaarhebt. Op het gemak gegeten, de kledij aangedaan, mij goed ingeduffeld, want het was amper 3 graden aan de start. Rond 6u15 het appartement verlaten en vertrokken richting de start. Toen ik uit het appartement kwam zag ik nog een aantal fietsers zich klaarmaken, blijkbaar logeerden er nog ‘zotten’ in ons gebouw. Ik vertrok samen met een Duitser – Paul-Werner Rose – richting de start. Onderweg een beetje gepraat. Hij reed met een Rose fiets en vond dat erg leuk gezien zijn achternaam. Zijn ambitie was net zoals mij uitrijden…
Door het late naar het start rijden stonden we behoorlijk achteraan, om niet te zeggen bijna helemaal achteraan. Om kwart voor 7 begon er dan wat beweging in de groep te zitten. Vooraan hoorde je opeens meer lawaai, het startschot was gegeven. De groep zette zich langzaam in beweging. 4000 keer hoorde je het in-klikken van een pedaal.
Rustig aan ging het richting de startboog en van daaraf aan ging het al ietsje sneller. Het tempo zat er direct goed in, en er waren eigenlijk 1 km na de start al groepjes. Het was dan wel een lange sliert, iedereen probeerde zich in een wiel te nestelen. voor de eerste kilometers.
Na ongeveer 3 kilometer zag ik rechts Magatje, haar ouders en mijn ouders staan. Ze waren speciaal naar buiten gekomen om te supporteren! Ze waren niet de enige die buitengekomen waren. Aan elke afslag stond er wel familie van de ene of andere deelnemer.
De eerste 32 km lopen in dalende lijn. Het spreekt dan ook voor zicht dat het tempo hoog lag. Ik nestelde me in een groepje. Toen er mij echter een andere groep voorbij reed het wiel gekozen. Vooraan in deze groep was er iemand aan het werken voor zijn ploeggenote/collega/vriendin. Deze persoon legde er een behoorlijk goed tempo op en overnemen moest niet. Ideaal dus om op te warmen, nu ja, warmen.
Vlak voor Ötz stonden er veel mensen geparkeerd langs de baan. De regenjasjes werden uitgedaan, de handschoenen weggestoken. Zelf vond ik dit nog een stuk te vroeg, het was nog niet echt warm. Ik wist wel dat het fietsen bergop voor wat meer warmte ging zorgen, maar dan nog. Aan het ronde punt was het naar rechts afslaan om de eerste berg aan te vatten: de Kühtai. De voet ligt op 783 meter en de top op 2017, goed voor bijna 1300 hoogtemeters over een afstand van 17 kilometer. Deze klim had ik nog niet op voorhand gedaan (enkel de laatste had ik al eens gedaan), dus ik wist ook niet goed hoe hij er uitzag.
Het eerste stuk gaat langs de huizen naar omhoog. De eerste kilometer is direct een stevige met een percentage dat stijgt tot 11%. Als je net van een afdaling komt is de omschakeling altijd groot, zeker als het percentage dan nog behoorlijk zwaar is ook. Na deze eerste zware kilometer gaat het iets minder steil, maar de percentages schommelen toch nog steeds rond de 8%. Er zit nooit echt een langer stuk met een gelijkaardig percentage in, waardoor het moeilijker is om een eigen tempo te vinden.
Halverwege wordt het dan iets minder lastig en zitten er 2 rustige kilometers in. Ideaal om iets kleins te eten. Hoewel je nog geen honger hebt is het namelijk belangrijk om al snel iets te eten alvorens we begonnen aan het steilste stuk van de klim. Gedurende de volgende kilometer ging het stijgingspercentage niet onder de 11% met een piek naar 17%. Het werd erg stil op de flanken van de Kuhtai. Enkel de ademhaling kon je nog horen. Intussen waren we ook reeds een heel stuk hoger en voelde ik de koude toch wel. Ik was blij dat ik mijn regenvest aangehouden had. Ik voelde de koude ook aan mijn ademhaling.
Op een paar kilometer voor de top dacht ik dat ik aangekomen was. Er stond een boog van de plaatselijke wielerclub bovenop het stuwmeer en er was bewoning. Het was echter nog niet de uiteindelijke top, die lag nog een km of 2 verder. Een verkenning zou dit misverstandje hebben opgelost.
Zoals reeds gezegd was er een bevoorrading op de top van de Kuhtai. Overal had ik gelezen dat de bevoorradingen van de Ötztaler een paradijs zijn. De foto in de deelnemerslijst toonde in elk geval heel wat tafels. Eigenlijk kan ik maar bevestigen wat ik gelezen heb, zelden zo’n uitgebreide bevoorrading gezien. Ik vond de Dolomietenmarathon al super, maar dit was toch nog ietsje beter. Er was water, iso-drank, een speciaal Otzi-mixje (een appelsapdrankje), warme thee (!) en zelfs soep. Daarnaast kon je ook Cola krijgen én voor diegene die naar de volgende berg wouden vliegen: Red Bull, al dan niet verdund met water. Qua eten was er natuurlijk fruit (banaan, appel, meloen, watermeloen), maar ook boterhammen, koeken… Ik probeerde wat te eten, maar veel honger had ik ook niet. Dan maar een graanreep of 2 meegenomen en de afdaling aangevat.
De afdaling was erg fris, was blij dat ik mijn winterhandschoenen meegenomen had. Het is een erg mooie afdaling, brede wegen, een deftig wegdek. Wat vooral opviel is dat er zowat elke kilometer iemand van de veiligheidsdiensten stond. Niet persé aan elke bocht,, soms zelfs tussendoor. Na 15 kilometer was je officieel aan het einde van de afdaling, maar in feite liep het tot en met kilometer 88 nog een stuk bergaf. Er zat wel een kleiner stuk bergop in, maar niet erg lastig.
Kilometer 88 was de voet van de tweede klim van de dag. Een klim die je in groep moet doen, want de Brenner is 39 kilometer lang. Het hoogteverschil is maar 777 meter, een gemiddelde dus van 3%. In de klim een goed groepje gevonden dat jammergenoeg een paar keer uit elkaar gevallen is. Ik wou echter geen krachten verspelen door een gat dicht te rijden, of door zelf op kop te rijden, dus koos ik er maar steeds voor om mij te laten uitzakken. Dit is volgens mij een klim waar je toch wel veel krachten kan verspelen. Het kan allemaal veel sneller (zo lijkt het toch).
Net voor je Italië binnenrijdt zit het lastigste stuk van de Brenner met 12%, in vergelijking met de andere klimmen is dit niet zo extreem natuurlijk.
Boven op de Brenner was er wederom een uitgebreide bevoorrading. Ik nam wat stukken fruit en vulde de bidons nog eens bij met sportdrank. Op die manier was ik klaar om de kleine afdaling richting de Jaufenpass aan te vatten.
De Jaufenpass is de derde klim van de wedstrijd, eigenlijk de 2e zware. Hij is 15,5 kilometer lang. De voet ligt op 960m en de top op 2090 meter. Ik was erg rustig naar de voet gereden, het regenjasje weggestoken. De eerste meters van de klim voelde ik me erg super. Ik kon heel wat andere deelnemers voorbij steken en werd maar weinig ingehaald. Het ritme zat goed, ik had veel kracht in de benen. De percentages zijn niet zo extreem (rond de 8% meestal). Het is echter een zeer gelijkmatige klim, er zitten weinig snellere/makkelijkere stukken in. Na een kilometer of 12 klimmen begon ik te merken dat het niet zo vlot meer ging. De kracht begon uit de benen weg te gaan en ik begon weer last te krijgen van de hoogte en de koude. Het was net alsof ik een kleine hongerklop kreeg. Het klimmen ging veel moeilijker en ik werd opnieuw gepasseerd door een aantal atleten. Het lastige was dat de top nog wel eventjes verwijderd was (4 km). Net voor de top was er gelukkig een bevoorrading. Daar mijn tijd genomen om goed te eten en te drinken. De broodjes met smeerkaas smaakten erg goed, net zoals de Red Bull.
De laatste kilometers naar de top gingen opnieuw vlotjes, klaar voor de (lastige) afdaling. De afdaling lag er niet zo goed bij, iets wat mijn ouders mij gemeld hadden, maar het stond ook in de beschrijving van de gevaarlijke punten. 20 kilometer lang was de afdaling richting St. Leonhard. Van hieruit had ik de rit al verkend, deels met de auto, maar ook een groot stuk met de fiets.
Direct na de laatste dalende meter begon de eerste klimmende meter van de Timmelsjoch. Aan de voet even gestopt om de regenjas terug uit te doen. Het eerste stuk van de klim is nog niet zo heel lastig. Aan Moos begint het lastige stuk en gaan de persentages niet echt veel meer onder de 10%. Als je bijna 200 km in de benen hebt is dat toch wel al lastig. Gelukkig duurt dat steile stuk maar een kilometer of 4 à 5 vooraleer het weer iets vlakker wordt (rond de 6-7%). Officieel zijn er 2 bevoorradingen in de klim (in Schönau en de Seeberalm). Het was echter zo dat ik nog voor de eerste bevoorrading reeds 2 bevoorradingspunten tegenkwam. Top van de organisatie. Op de Timmelsjoch was het namelijk toch wel behoorlijk warm (de klim ligt eigenlijk pal in de zon).
Aan de grote bevoorrading ben ik even gestopt om wat te eten, eens na te vragen wie won (volgens de official een Duitser, achteraf bleek dat het een Oostenrijker was). De bidons heb ik niet meer bijgevuld, ‘k had nog meer dan een liter over, dat moest voldoende zijn. Na een stop van een vijftal minuutjes terug vertrokken voor het laatste stuk van de Timmelsjoch. Ik reed gewoon mijn eigen tempo, ik wou zeker niet te snel rijden, kwestie van een nieuwe hongerklop te vermijden.
In de laatste kilometers richting de top toch wel een aantal mensen langs de kant zien zitten. Ook de busjes voor de opgevers hadden hun werk. Blijkbaar toch velen die het niet meer zagen zitten op de flanken van de Timmelsjoch. Sommigen zagen het nog erg goed zitten, zo was er eentje verkleed als een smurf. Wel warm natuurlijk voor aan de start morgen.
Na 10 uur en 28 minuten kwam ik boven op de top. Er restte nog een afdaling van een kleine 30 kilometer. Jammergenoeg ligt er na een paar kilometer in de afdaling nog een kort klimmetje. Alvorens aan dat klimmetje te beginnen lag er eerst nog een erg snel afdaalstuk. De vorige keer reed ik hier bijna 90 km/h, nu deed ik het iets rustiger aan, nochtans staat er op mijn daalfoto dat ik 104,4 reed. Was het een verkeersboete ik zou toch de ijkingspapieren van het toestel opvragen.
Het kleine klimmetje ging nog behoorlijk goed, vooral omdat de finish nu binnen handbereik lag. Na ‘t klimmetje nog even vol doorgereden met een paar andere tot aan Sölden zelf eigenlijk. Daar teruggeschakeld en op het gemak binnengereden om te genieten van de laatste kilometers. Zoals bij de profs stonden er de laatste kilometers borden, 1000 m, 500m… 200m. Nog rechts afdraaien, het brugje over en onder de boog van Red Bull. De Ötztaler zat erop!
In totaal heb ik er 11u en 8 minuten overgereden. Goed voor een 2775 plaats in de algemene rangschikking. Geen toptijd, maar daar heb ik ook nooit voor gereden. Qua algemene rijtijd (volgens GPS) heb ik er 10u en 15 over gereden). Bedoeling was finishen, en dat is ook gelust.
Het was een erg mooie maar toch wel lastige rit. Ik heb vooral last gehad van de temperatuursverschillen.
Is deze nu de lastigste die ik al gedaan heb? Ik denk het wel. Bij de grote 3 cyclosportieven (Marmotte, Dolomietenmarathon en Ötztaler) zou ik deze op 1 zetten, de Marmotte op 2 en de Dolomieten op 3. Deze laatste is iets anders dan de eerste 2 omdat er veel meer hellingen zijn, maar veel minder lang. De afstand is ook iets minder. Waarom lastiger dan de Marmotte, vooral door de afstand. Na 180 km moet je nog een een heel pak hoogtemeters doen. Zelf had ik nu iets minder last van de afstand (omdat het me ligt), maar diegene die vinden dat de Marmotte al een paar kilometers te lang is, zullen hier toch wel vloeken.
Op de vraag of ik hier veel beter kan dan wat ik dit jaar gedaan heb moet ik waarschijnlijk wel ja zeggen, maar ik heb nooit het doel gehad om het hier beter te doen. Had ik minder gestopt, dan had ik er zeker een half uur af gekregen, was ik vroeger naar de start gegaan was het misschien ook vlotter gegaan, had ik…. Allemaal praat voor achteraf die er eigenlijk niet toe doet. Doelstelling was uitrijden, Basta!
Alle drie de grote cyclo’s staan nu op mijn palmares. Missie geslaagd!
Ik wil iedereen bedanken die me gesteund heeft. In de eerste plaats natuurlijk Maga voor de mentale steun en de goede zorgen, voor het mij zoveel laten gaan om te trainen (en alleen thuis te zitten dan). Daarnaast ook Maga haar ouders en mijn ouders om me deze reis te vergezellen en me een goeie voorbereiding te geven in de bergen. Ook de thuisblijvers volgenden me massaal, mijn familie en vrienden. Er zijn behoorlijk wat mensen die mij gevolgd hebben op het live-tracking gebeuren (vooral met dank aan wielerplaza om de link te vermelden).
Een dikke proficiat aan alle finishers, niet alleen de 2776 voor mij, maar ook aan al diegene die nog iets langer op de fiets zaten!