Sean Kelly

Afgelopen zaterdag was het naar jaarlijkse gewoonte de “Sean Kelly” te Viesalm. Een tocht voor wielertoeristen in de Ardennen over heel wat bekende en beruchte hellingen. Zelf ging ik naar daar met Marnix en Tom. Herman zou ons ginder vervoegen. Als afstand kozen we voor de 182, kwestie dat het de moeite was om eens naar daar te gaan.
Rond kwart na zes stopte Marnix bij mij thuis om de fiets op te laden en richting Viesalm te gaan. Ook Tom was al aanwezig en zo konden we omstreeks 06.20 richting Viesalm. Na een 2 uurtjes gereden te hebben kwamen we in de buurt van afrit Baraque de Fraiture waar er warempel een file stond. Niet voor de frituur op de top, maar wel voor de Sean Kelly. Dat beloofde wat. In tegenstelling tot de massa kozen wij ervoor om de wagen rechts te parkeren en niet mee aan te schuiven links. Het spaarde ons alleen maar tijd uit. Herman liet intussen weten dat hij ons ingeschreven had waardoor we daar ook niet meer moesten aanschuiven. Wat een luxe!
Na het uitladen van de fietsen kon de tocht beginnen. Aangezien de Baraque de Fraiture zowat het hoogste punt van de rit was ging het de eerste kilometers naar beneden. In die eerste kilometers werden al grotere groepen gevormd. Het was nogal een massa die hier meereed. Tussen al die mensen ook een bekend gezicht gezien (nuja, het was Marnix die het zag): Sean Kelly himself. Wij kunnen zelfs zeggen dat we Kelly losgereden hebben want Marnix ging in de aanval en zag dat Sean niet kon volgen. Even later passeerde hij ons echter weer toen wij langst de kant stonden met een platte band bij Marnix.

In tussentijd hadden we ook de eerste helling gehad: de Côte de Vaux – Chavanne. Nog maar 19 hellingen meer te gaan. De volgende helling op het programma was de Côte de Vilettes, gevolgd door de Côte de Pré Massin. Allemaal minder bekende hellingen tot nu toe, maar je voelt ze ook wel hoor :). De eerste naam die me wat bekender leek was de Côte de la Gleize. Waarschijnlijk omdat in La Gleize ook de Rosier ligt. Boven op deze Côte was ook de eerste bevoorrading. Kort gestopt en Tom om wat bevoorrading gestuurd, kwestie dat er iemand bij de fietsen bleef. Herman en Marnix waren op hun gemak doorgereden en stonden even later boven op de Côte de la Vecquee op ons te wachten. Op deze helling hebben we eens de benen getest en het zag er behoorlijk uit. Het lukte om een vlot tempo te ontwikkelen. De Vecquee is ook niet zo heel stijl natuurlijk.

Na de Vecquee kwam Herman dan bij mij en was Tom bij Marnix (die wat foto’s aan het nemen was) gebleven. Wat volgde was een langere afdaling naar Remouchamps, aan de voet van de Côte de la Redoute. Bij Marnix was het noodlot opnieuw toegeslagen en hij had weer een lekke band. Iets wat Herman en ik maar achteraf vernomen hebben, want wij waren beetje voor. Daardoor waren de posities van de dag wat bepaald. Ik ging Herman proberen volgen. Op de Redoute ging dat behoorlijk. Met een tijd van 7 minuten en 30 seconden ben ik dan ook heel tevreden. Op de Redoute werden ook de foto’s genomen.
Na de Redoute kwam de Côte de Chambralles, ongeveer even lang als de Redoute maar ook even stijl (met een gemiddeld stijgingspercentage van boven de 9%). Het was toch goed doorstampen om boven te geraken. Op de Côte de Saint Roch ging het alvast iets vlotter naar boven.
Met de Côte de Ferrières waren we intussen al over halfweg, en nog niet eens halfweg het aantal hoogtemeters dat we zouden moeten hebben (want Koersklak had de vrijdag de rit al gedaan en wist te vertellen dat er 3218 hoogtemeters waren). Net na de Côte de Ferrières kwamen ook diegene van de kortste afstand terug op het parcours. Zij zouden dus ook de volgende helling, de Côte du Rideux krijgen, een beklimming die eigenlijk ook nog goed ging. het gevoel in de benen werd beter en beter.

Met de Côte de Mormont kwamen we (logischerwijze) in Mormont aan, waar de derde bevoorrading was. Nog 9 klimmen te gaan. Na deze Côte kwamen er een 2 tal kleinere: de Côte de Grandmenil en de Côte d’Oster, waar het opnieuw bevoorrading was. Na de afdaling van deze Côte d’Oster was de splitsing van de 182 km met de 130 km. Wij hadden geen bordjes gezien en waren mee met de grote bende richting 130. Toen er een bord stond met ‘5 km’ zijn we maar eens beginnen vragen of we toevallig niet op de 130 km zaten. Blijkbaar was het dus zo en we konden ons stalen ros keren. Toch een kilometertje of 6 misreden en zo ook nog een helling meegepikt.

Eens terug op het parcours ging het richting bekend gebied (waar ik al eens geweest was): Côte de Dochamps. Nu langst een andere kant dan toen ik hem dit voorjaar met Jan deed. Ook voor Herman was dit bekend gebied, de Côte erna, de Côte de Marcouray ligt namelijk in zijn ‘vast’ trajectje als hij eens naar de Ardennen gaat. Na een bochtige afdaling kwamen we dan in La Roche aan om daar de Côte de Haussire aan te vatten. Niet langst de lastige kant, maar langst een iets minder zware. Toch was het nog 7% gemiddeld. Zeker na 145 km voel je dat. Tot aan het laatste stuk samengereden met iemand die hem voor het eerst deed (en meer gewoon was van MTBtochten te rijden). Net bij het begin van het zwaardere stuk vloog mijn ketting er echter af. Moeten stoppen en moeizaam terug vertrokken. Het ritme was weg, maar het ging nog. Bij het bovenkomen nog iemand van wielertoerist.be tegengekomen. Herman stond boven intussen (al enige tijd) te wachten. De Haussire had ik niet echt goed verteerd. Niet dat het op was, helemaal niet eigenlijk, want op de Côte de Samrée eens stevig doorgereden en het tempo ging nooit echt onder de 21. Een groot deel van diegene die we moesten laten rijden op de Haussire kwamen we opnieuw tegen.
Na de Côte de Samree het rustig aangepakt. Gewoon het tempo stevig gehouden, maar niet overdreven. Er volgden in feite nog 3 hellingen ook. Enerzijds de Côte du Bois St. Jean en anderzijds de Côte de Chabrehez. De laatste helling was deze naar de finish, naar de Baraque de Fraiture. Langst de grote weg afwisselend kop gedaan met Herman. Aangezien ik me nog goed nog eens stevig doorgetrokken en moeten vaststellen dat Herman op de tanden moest bijten om te volgen. Zal het dan toch ooit es lukken om hem in een rechtstreeks duel te verslaan 😀
Marnix en Tom waren een halfuurtje later ook aan de finish. De fietsen op de wagen gezet en het cadeau gaan ontvangen en de foto gekocht. ‘k stond er nog deftig op, dus waarom niet hé.
Er stond in totaal 192 km op de teller en een 3350 hoogtemeters. Stevige rit dus die we afgehaspeld hebben aan 26,1 gemiddeld. Op de hellingen kwamen we afwisselend als eerste boven (Herman en ik), dus we waren ongeveer even sterk.
Het parcours was echt prachtig, in het begin wat slechter wegdek, maar da’s iets waar de organisatie niet aan kan doen.

One comment

Beste Wouter,
Van harte proficiat met uw prestatie. Uw verslag deed het bij mij kriebelen. Ik heb reuzezin om het volgend jaar ook aans te wagen.
Marc.