Na een goede nachtrust was het afgelopen dinsdag zover: de beklimming van de Ventoux. De dagen ervoor mochten dan wel minder lastig zijn dan afgelopen jaar, de dag zelf zou zwaarder worden. Een stevige bries en 100 km opwarming waren daar de oorzaak van. Zenuwachtiger dan anders vertrokken we omstreeks 8u richting Ventoux. De enige die wilden op kop rijden waren Koen en Marc DB (waarvoor bedankt!), anderen zagen het precies niet zitten.
De 100 kilometer voor Bedoin ging over een 2 colletjes: de Col d’Aleyrac en de Col de la Madeleine (tussen Malaucene en Bedoin). 2 mooie opwarmers voor het grote werk. In het begin nog wat drukkere banen, maar dat veranderde al vlug. In tussentijd nam ik via SMS contact op met Tom die aan de Ventoux verbleef voor een weekje om te weten of hij geen zin had om een stuk mee te rijden. Hij ging in Bedoin vertrekken richting Malaucene als wij in Malaucene passeerden.
Op de Aleyrac ging het niet supergoed, de dag ervoor nogal diep geweest in het begin. Hopelijk moest ik daar nu de tol niet voor betalen. Koen geloofde er dan wel in dat we samen konden werken op de Ventoux, ik zag het iets somberder in. Iets na Vaison-la-romaine kwam ik dan mijn ouders, die doorgereden waren na hun reis, tegen met de brommers. Zij gingen proberen de eersten op film vast te leggen, zodanig dat Christof geen al te grote inspanning moest doen om naar voor te rijden.
Omstreeks 13u was het zover. We namen plaats aan de startlijn om bijna 22 km af te zien. Het was bidden dat de wind niet teveel in het nadeel blies. Ik startte nogal achteraan om het veld te overschouwen, mooi in het wiel van Koen, de te kloppen man, maar de verwachting was dat ik die niet meer ging zien voor de top. Mijn ‘loods’ Tom zou mij de eerste 5 kilometer uit de wind zetten. Later bleek dat hij doorreed tot Chalet Reeynard (was iets sneller daar dan mij daar, chapeau!).
Na de start schoof ik direct mee met Harry en Koen. Zij zouden tempo maken de eerste kilometers. Iets teveel tempo, want ik liet ze rijden. Mijn coach had gedurende de hele week gezegd dat ik me moest sparen, op deze eerste 5 kilometer heb ik dat toch een stuk proberen toepassen. Eerst reden we nog met een vijftal. Op kop ook een starter vanuit Bedoin (die dus niet in Brugge gestart was). Patrick en Willy zaten toen nog in het wiel. Toen die ander van de kop ging keek ik eventjes naar Tom, die direct knikte en vooraan ging postvatten, het tempo nog iets opdrijven. We bleven met ons 2 over. In de verte zag ik Harry en Koen ook alleen rijden, een 100 meter voor mij uit, meer was het in elk geval niet. Zij hadden hun 2 metgezellen (die ook vanuit Bedoin waren gestart) moeten laten gaan. Aan Saint Esteve dankte ik Tom voor het prachtige werk en begon ik volledig op eigen tempo over te schakelen. De eerste kilometer reed Tom daardoor nog achter mij, maar hij ging daarna toch iets te snel voor mij. Ook verwachtte ik dat hij maar 1 kilometer zou rijden (zoals hij verteld had), daarom wou ik het niet wagen te volgen. Nuja, ook al was hij tot de top gereden, dat tempo kon ik zeker niet aan.
Ik lag dus in derde positie. Vooraan het duo Koen en Harry, achter mij de rest van de meute. Vooraan spatte het duo uiteen. Harry kon het tempo van Koen niet goed meer volgen. Ikzelf kreeg hem net voor Chalet Reeynard in het vizier. Het gaf direct vleugels. Ik zou tweede kunnen worden als er niemand uit de achtergrond terugkwam. Direct eens gevraagd aan mijn ouders waar de eerste achtervolger zat, blijkbaar toch enkele minuten achter. Mooi zo!
Aan Chalet Reeynard had ik nog ongeveer 3 minuten achterstand op Koen. Niet dat ik verwachtte hem in te halen, maar toch leek het mij mogelijk. Net voor de Chalet even een gelletje ingenomen en verder plankgas gegeven. Intussen was er toch al 1u03 gepasseerd.
Na de eerste bocht zag ik Koen rijden. Niet zo heel ver meer voor en het tempo lag precies iets lager. Ik besloot niet te versnellen en gewoon af te wachten hoever de voorsprong aan de volgende insprong zou zijn. Daar direct gekeken of ik hem zag rijden. Het gat was echter verkleind tot iets van 100 meter. Ik besloot nu toch iets sneller te gaan rijden. Het gat werd zienderogen kleiner. Ik naderde wonderwel de eerste op de Ventoux. Een onbeschrijfelijk gevoel ging door mij heen. Ik passeerde Koen, groette kort en kreeg direct al felicitaties. Zo zeker was ik echter niet, het lastige einde moest nog komen.
Aan het monument van Tom Simpson begon het al serieus lastig te worden. Het bord Col de Tempetes had zijn naam niet gestolen. De snelheid zakte direct. Waar het voorheen nog rond de 13km/u was zakte het naar rond de 11 à 12. Ik keek vluchtig op de Polar. 1u 27 minuten. Ik zou onder het 1.30 kunnen finishen en misschien zelfs beter doen dan mijn coach-at-home. De laatste bocht was een echte ramp. Het leek alsof ik van de fiets zou gewaaid worden. De streep was achter in zicht, niemand die me op de hielen zat. Nog een laatste paar lenderukken en ik was over de finish. Ik klokte af in 1u 28 en 14 seconden. Meer dan 13 minuten onder mijn vorige tijd en als eerste van de bende. Nooit verwacht.
Koen kwam als tweede aan op 5 minuten en Marc op 9 minuten. Harry viel uiteindelijk net naast het podium en werd 4e.
Rest van de uitslag staat nog steeds hier.
Mijn klimgegevens kan je trouwens hier vinden:
Ja, ik heb het al gezegd: een prachtige prestatie!
Sterk, heel sterk. Dikke proficiat Wouter 🙂
amai, straffe tijd. zeker omdat je nog zoveel progressiemarge hebt. begin juni deed ik hem ook na een ritje van een kleine 100 km, en reed er even snel over als jij nu. net na de marmotte reed ik opnieuw omhoog, zonder die 100 km in de benen, en het ging bijna 10 minuten sneller. voor jou zit een tijd van 1u15 er op termijn zeker in. al die kilometers die je de voorbije weken deed, gaan nog serieus renderen!