Tilff – Bastogne – Tilff: 137 km

Hoewel men van regen sprak besloten Kurt en ik afgelopen zaterdag om toch af te zakken naar Tilff om er de 137 km van Tilff Bastogne Tilff te rijden. Aangezien de start normaal voor 9u moet gebeuren vertrokken we om 7u ’s morgens. Rond 9u15 waren we pas ter plekke (het zoeken naar een parkeerplaats verliep niet zo vlot). Blijkbaar waren we niet de enige die nog moesten vertrekken, want er gingen nog heel wat wielertoeristen richting de start. Na het uitpakken en getwijfel: ‘regenvest aan, of gewoon mee’ gingen we richting start. Formuliertje invullen; € 29,5 afgeven; nummer aan het stuur vastmaken en vertrekken maar. De eerste kilometers gingen langs de Ourthe, voorbij Esneux. Het thuisfront had dit opgemerkt en meldde mij dat we langst de rue d’Esneux, langst de Ourthe zaten. De techniek hield het dus uit. Qua weer begon het heel lichtjes te regenen, niet voldoende om de regenjas aan te doen. De eerste helling van de da kwam na 18 km: de Côte de Oneux. Ik wou eens testen hoe de benen zaten en besloot eens wat door te rijden. Aangezien hij een 2800m lang is, maximaal 13% en gemiddeld 6,8% was dit goed te doen. 11 minuten later zat hij erop. Een gemiddelde van 15,4 gehaald, dus de benen waren in orde. ’t was echter afwachten hoe dit op het einde zou zijn. Net voor de top begon het wat harder te regenen. Aangezien Kurt wat achter zat besloot ik verder te rijden, kwestie van niet te moeten stilstaan in de regen. De regenvest bleef intussen nog in de rugzak. De volgende die op het programma stond was de Côte de Werbomont, 4600 meter, een gemiddelde van 4,7% en 6% maximaal. Een regelmatige klim dus. De regen was intussen wat verminderd. Het was weer wat motregen geworden. Alleen in de afdalingen was dit wel lastig. Niet alleen gevaarlijk, maar het kleine beetje regen leek opeens een grotere bui. Derde beklimming van de dag, en in feite ook zeer regelmatig was “L’Ancienne Barrière”, 4800 meter, 4,7% gemiddeld en maximaal 6%. Aangezien het zeer licht lopend is haalde ik een tempo van 18 km/u. Met de Saint Jacques zaten we al aan de vierde helling. De regen was intussen ook zo goed als over. Gelukkig maar. De regenvest net niet moeten uithalen, ’t heeft niet veel gescholen. De Saint Jacques zelf verliep vlot, 4700meter, 5% gemiddeld en 6,5% maximaal. Het zwaardere werk kon nu beginnen met eerst de Côte de Wanne. Met een gemiddelde van 7,5% begint het al serieuzer te worden. Net na het kerkje opdraaien en direct het zwaarste stuk eigenlijk. 10 minuten later waren we er voorbij. Gemiddeld 13,5 gehaald. Viel nog wel mee, want het eerste stuk niet echt het ritme gevonden. Bovenop de Wanne was het controle. Daar op Kurt gewacht die niet zover achter zat. Waarschijnlijk ongeveer dezelfde klimtijden. Daarnaast had hij ook het regenvestje aangedaan, wat ook wat vertraging opleverde.

Het thuisfront merkte direct dat we stilstonden. ‘Big Brother was watching me’. Omdat het weer beter en beter werd ging het regenjasje bij Kurt terug uit. We zouden het niet meer nodig hebben. Gelukkig maar!

Na spijs en drank ging het bergafwaarts. Voor onze neus was er waarschijnlijk iemand uit de bocht gegaan. Gelukkig zonder al teveel erg. Nadat we door Stavelot gereden waren ging het op een bepaald moment naar links. Direct een lastig stuk. Ik vermoed dat het steilste stuk van de Côte d’Ameront helemaal in het begin ligt. 21% als maximum, dat kan al tellen. Globaal gezien is hij echter maar 5,5. Tempo zoeken en de 3600 m rustig proberen te voltooien, zeker niet te hard van stapel lopen met het oog op wat nog komt.

Een van de mooiere beklimmingen was de Rosier. Een mooie brede baan, iets langer (4500m), niet té stijl (maximaal 12%) en een mooi gemiddelde stijging van 5,6%. Boven op de Rosier kreeg ik direct telefoon van Marnix (waarmee ik al een paar ritten gedaan heb): “goed gereden op de Rosier. ‘k zie dat je aan het rusten bent”. Het live-volgen deed dus nog altijd zijn werk.

Tijdens het telefoontje was Kurt voorbijgereden. Samen met een Italiaan en een Spanjaard dan eventjes wat sneller gereden om wat tijd goed te maken. Internationaal gezelschap dus. Toen ik aan de Côte de Xhierfomont trok de Italiaan nog even door. Mij rustig gehouden, want hij vloog nogal. De Spanjaard probeerde nog even, maar ook hij moest na de bocht lossen. Na een minuutje of 6 klimmen kreeg ik Kurt in het vizier. Even wat doorgereden en tot bij hem gegaan om vervolgens samen tot de top te rijden.

De afdaling na de klim was zeer tof, een haarspeldbocht of 4 om vervolgens langs de Amblève (ik vermoed dat het die rivier was) uit te komen. Het ging een kilometertje of 10 langst een iets grotere baan. Druk was het er zeker niet. Na eventjes alleen gereden te hebben kwamen we in een groepje terecht. Een ander groepje passeerde ons en we pikten aan. Even later was ook dat groepje verbrokkeld, want de helft had een eigen bevoorradingspost net voor Remouchamps. Hier ging ook voor het eerste keer het live-systeem niet. De GSM ontvangst was volledig weg (zelf op de proximus GSM). In Remouchamps was het ook de tweede officiële controle. Het was er druk, maar niet extreem druk, alles verliep dus zeer vlot. De banaan en wafel smaakten. De energie was meer dan welkom, zeker met wat nog komen zou.

Net na de controle was het namelijk de beurt aan de helling die ik het meest vreesde: de Côte de la Redoute (20% maximaal, 9,4% gemiddeld. Vlot naar boven rijden was er niet meer bij. Toen er iemand naast mij kwam rijden en vertraagde waardoor ik wat vast zat moest ik dan ook nog eens wat op de trappers gaan staan, terwijl ik in feite liefst zo lang mogelijk blijf zitten. Op het lastige stuk was het toch maar op karakter. Het thuisfront dacht waarschijnlijk dat ik stilstond, maar ’t was nog net rijden. Gelukkig was ik niet de enige. Het verwonderde mij zelfs dat ik niet door een grote menigte voorbijgestoken werd. Blijkbaar zijn mijn klimcapaciteiten toch niet zo slecht. Met zijn 9,4% gemiddeld is deze berg trouwens vergelijkbaar met de Giau in de Dolomietenmarathon. Help!

De laatste beklimming was er eentje van 1100 meter: Côte du Hornay. Tot aan 800m op kop gereden net voor Kurt. Toen die even later zijn wagonnetje aanpikte bij een voorbijstekende groep moest ik hem echter laten gaan. In de afdaling erna en het vlakke stuk kunnen terugkomen door gebruik te maken van het opzetstuur.

Op het einde nog eens goed snelheid gemaakt, enerzijds door de afdaling, maar anderzijds door een goed groepje. De laatste 10 kilometer werden zo aan een gemiddelde van 40 geklaard (waarvan 7 toch in ’t vlakke). Na de afdaling, die Kurt en ik rustiger namen, nog even geprobeerd de groep voor ons in te halen, maar ’t was onbegonnen werk. We wouden ons ook niet téveel forceren.

Nadat het stuurnummer ingeruild was voor een promozak van Isostar (Dat was een pakket met daarin tabletten en een bidon met bijhorende ’tonnetje’ poeder. De prijs daarvan ligt in elk geval hoger dan de €5 waarborg) en de t-shirt afgehaald ging het richting wagen. Even verkleden en dan naar huis.

Enkele cijfertjes:

Aantal kilometer: 141,2 (Polar) / 140 (GPS)
Energieverbruik: 5294 kcal
Minimale hartslag 102 hsm
Gemiddelde hartslag 161 hsm
Maximale hartslag 200 hsm
Gemiddelde snelheid 24,6 km/u
Maximale snelheid 58,1 km/u
Afstand 141,2 km
Gemiddelde trapfrequentie 69 rpm
Maximale trapfrequentie 109 rpm
Stijging 2305 m
Daling 2348 m
Hellingen 11
Stijgingspercentage 0,2 %
Stijging/h 326 m/h

::ttsm(1880)::

7 comments

Als je wil mag je mij deze rit tbt ook een doorsturen want ik kan namelijk nooit op een zondag gaan rijden, alvast bedankt groetjes Ernie.

Kan je mij de GPS track ook eens doorsturen? ZOu deze weekend willen gaan rijden.
Thanks.