Na de 120 km vorige week in Drongen was het deze week voor het eerst afspraak met het grotere werk. De dag na de profs was het in Harelbeke namelijk de E3 Prijs Vlaanderen. Een tocht van 130 km met een 1240 hoogtemeters. Al lang op voorhand had ik afgesproken met Herman (Brugge – Mont Ventoux). Toen ik er afgelopen week met Marnix over sprak wou hij ook wel eens meerijden. Ik zou dus op weg gaan met 2 kleppers. Dat beloofde.
Rond half 9 was Marnix hier met de wagen. Fiets op de wagen en weg richting Harelbeke. Een drukte van jewelste was het daar. Herman was intussen al aangekomen en was zich wat aan het warmrijden. Bij de inschrijving werd al duidelijk dat ze het aantal deelnemers onderschat hadden. Vol goede moed vertrokken, er vormde zich tamelijk snel een mooi groepje waar er mooi werd rondgedraaid. Heel handig voor de eerste kilometers door te komen, vanaf de eerste heuvel zou toch de schifting komen. En inderdaad, na de Edelare was er al wat volk verdwenen. Met een zevental reden we nog verder richting de volgende heuvel. Even later lag het geheel, mede door een gevaarlijke afdaling wat meer uiteen, waardoor ons groepje verspreid aankwam op La Houpe. Ik voelde me op dat moment wel goed, de heuvels reed ik tamelijk vlot op, voor Marnix en Herman. Aan de bevoorrading kregen we een mueslireep, een banaan en sinaasappelsapje, meer was er niet, de voorraad was namelijk bijna ten einde.
Na de bevoorrading verdergereden naar de volgende hellingen. Er stonden er nog een 9 tal op de planning, dus het zwaarste moest nog komen.
Na de ‘Berg Stene’ wou ik eventjes kijken hoe de conditie zat en koos ik ervoor om alleen verder te rijden, op zoek naar een van het groepje waar ik eerst inzat. Net na de Eikenberg kwam Marnix terug aansluiten (ik zag dat hij alleen op komst was). Blijkbaar had Herman moeten. We hadden wel goed doorgereden en we waren natuurlijk een thuismatch aan het spelen. Samen met Marnix ben ik dan verder beginnen rijden, over de taaienberg waar ik de ‘vluchter’ waarnaar ik op zoek was tegenkwam. Hij was blijkbaar verkeerd gereden.
Na de Taaienberg was het nog de beurt aan de Kapelberg, Patersberg en de Oude Kwaremont alvorens aan de bevoorrading 2 te komen. Het viel mij op dat er heel wat afstappers waren op de Patersberg en de Oude Kwaremont, blijkbaar toch enkele die al op hun adem getrapt waren. Over de bevoorrading kan ik kort zijn: GEEN water. Nochtans was er water (zonder limiet) beloofd, maar blijkbaar was er toch een limiet. Daarenboven kreeg je nog eens droge suikerswafels. Niet echt goed dus en zeker de 8€ niet waard.
Na de bevoorrading sloeg het noodlot toe. Een putje dat ik niet meer kon ontwijken en 2 platte banden (snakebites). Een vlaamse wielertoerist die een paar huizen verder woonde was echter zo vriendelijk om ons te helpen met een pomp en water om de handen te wassen. Het ander noodlot dat was toegeslaan was dat bij een collega-wielertoerist. Toen wij van de Knokteberg kwamen (naar beneden) en insloegen passeerde ons een ambulance. Nu vanavond las ik dat er een wielertoerist gestorven is na een zware val na de Knokteberg. ‘k heb niets van het ongeluk gezien (gelukkig maar), ’t is wel even schrikken.
De voorlaatste beklimming was die van de Kluisberg. Intussen was ook Herman terug bij ons gekomen, hij zat eigenlijk niet zover achter. Boven op de kluisberg kwamen we Roland Hurtecant dan nog tegen ook. In zijn training naar Santiago was hij eens naar de kluisberg gereden.
De laatste beklimming van de dag was die van de Tiegemberg, een helling die eigenlijk op de grote molen te doen is, al is het niet zo vlot meer na 115 km.
De rit zelf was er 130 km, samen met Marnix en Herman had ik een gemiddelde van 28,2 km/u én 1240 hoogtemeters. Mooi gereden dus (al zeg ik het zelf). Eens benieuwd of de benen morgen niet teveel gaan protesteren in de Ardennen.
sterk sterk, ikzelf gemiddeld van 28rond!