Rit van de gouverneur 2008

Voor het derde jaar op rij stond de Rit van de Gouverneur aangestipt. Een mooie tocht vertrekkende van uit Zulte. Dit jaar werd er gekozen voor een totaal ander parcours. Enkele hellingen die ik niet kende én zelfs sommige die niet vermeld waren.

Vooraf had ik afgesproken met Marnix (die met Marc zou komen) en met Esteban. Esteban was reeds gearriveerd, 20 minuutjes later waren ook Marnix en Marc ter plekke. Tijdens het wachten kwamen we al enkele gekenden tegen; Tom en Bernard (voor de 100 kilometer waarschijnlijk, want we hebben hen niet terug gezien), J.O. Nash, dominic en nog enkelen van wielertoerist.be.

Rond 9.20 konden we dan vertrekken. Op zoek naar een groepje eigenlijk om ons in te nestelen. Jammergenoeg kwamen we die niet tegen. Dan maar wat kop gedaan, amai wat een wind… En ’t zou voor de rest van de dag zijn. In plaats van dat wij in een groepje zaten werd de sliert in het wiel alleen maar groter, paar keer geprobeerd om ook iemand van de anderen op kop te krijgen, tervergeefs.

De eerste 2 hellingen waren nog maar opwarmers: de Kleistraat en de Diepestraat aan Wortegem. Het gaat er wel omhoog, maar echte hellingen kan je het toch niet noemen. De eerste helling die een naam had was het Vossenhol, a.k.a Tiegemberg (gemiddeld 6%).

Na wat draai en keerwerk kwamen we aan de voet van de Kluisberg. De mannen die ervoor constant in het wiel zaten gingen prompt over ons. De kopmannen afzetten aan de helling noemen ze dat zeker :). Ik merkte al snel dat het klimmen niet liep. Kracht zetten ging niet, pijn in de bovenbenen. Boven op de top stond Esteban te wachten, we besloten door te rijden, Marnix en Marc toch niet te zien, en ze zouden ons wel zien op bevoorrading. In de afdaling kwamen ze echter al terug, precies hun sterke punt dat afdalen.

Volgende helling was de Karnemelkbeekstraat. Echt lastig is die niet, maar er zit toch een stuk in met iets hogere percentages. Boven op deze helling was het ook de eerste bevoorrading. J.O. Nash kwamen we daar opnieuw tegen. Dirk, waarmee ik de Gordel afgelopen jaar gereden was ook één van de aanwezigen. Altijd tof om iemand terug te zien. Terwijl Marnix en Marc al doorgereden waren namen we onze tijd voor de bevoorrading in de hoop hen nog in te halen.

Na de bevoorrading was het tijd voor het kassei drieluik: Oude Kwaremont – Kalkhove – Paterberg. De Oude Kwaremont ging behoorlijk goed, Kalkhove iets minder (ook nogal slechte kassei ervoor) en Paterberg ging dan weer behoorlijk. Wordt trouwens tijd dat ze op die laatste eens dat gootje in kasseien leggen, zodanig dat iedereen op de kasseien omhoog klimt.

Langsheen de De Witte Muur in Ronse (helling 9) ging het richting La Houppe, een van de hellingen die ik heel graag doe. Kort ervoor waren we Marnix en Marc terug tegengekomen. Boven op La Houppe, aan Chalet Gerard, ging het naar rechts, op naar Brakel. Net voor Brakel was het bevoorrading. Jammergenoeg was de voeding op (m.u.v. wat sinaasappels). Aan die bevoorrading was ook Eddy aanwezig. Hij was met zijn ‘merijenniezere’-bende ook de 150 kilometer aan het doen. Hij vertrok eventjes voor ons. Marnix en Marc waren aan die bevoorrading heel erg snel vertrokken. We zouden elkaar daarna ook niet meer tegenkomen.

In Brakel wachtte een kleine verrassing. Een onbrekende helling op de lijst, helling 10a zeg maar: Ten Bosse. Niet dat deze zo lastig en lang is, maar toch… Foutje van de organisatie misschien. Qua hellingen was het meeste zowiezo gedaan, zeker de lastige. Alleen de Rekelberg, Molenberg en Nokereberg stonden ons nog te wachten.
Net voorbij de Rekelberg begon het donkerder te zien en het begon te regenen. Geen goed nieuws voor de Molenberg, de natte kasseien konden het wel eens lastig maken. Uit voorzorg liet ik Esteban daarom een paar meter vroeger starten. Een goede keuze, want hij kwam dwars te staan en moest afstappen. Een tiental meter voor ons zag ik Eddy zwoegen en… bovengeraken. Op een miniverzetje geraakte ik ook boven. Af en toe is ’t toch makkelijk klein rijden.

Op het gemak reden we verder richting bevoorrading 3 waar ik heel wat bekenden tegenkwam. Partyboy Danny (Mallorca), Dirk Goossens, die ik jaarlijks tegenkom op de eerste tocht, Eddy opnieuw, enkelen van wielertoerist… Bij het vertrekken mij in de groep van Danny genesteld. Ze begonnen echter rond te draaien. Totaal verkrampt ook een kopbeurt gedaan (blijkbaar toch nog behoorlijke snelheid). Mij laten uitzakken hierna, en dat gaf beetje de doodsteek. Tever achteraan, constant op het boordje en er uiteindelijk afgewaaid net voor Huise. Esteban zag dit even later en wachtte me op. Met ons tweetjes de laatste kilometers dan afgelegd, over Nokereberg (ook zo’n helling waar ze dat voetpad/gootje van mogen afschaffen).

Na 154 km kwamen we terug in Zulte aan. Een prachtige rit, leeggereden in feite. De tegenwind had het extreem zwaar gemaakt, maar in feite hebben we ’t in ’t begin voor onszelf ook zwaar gemaakt. Volgende week in de Amstel Gold Race toch iets rustiger aandoen.

Daarna rustig naar huis gereden, vol meewind. Deed ook eens deugd. Esteban reed ook nog terug richting Oostkamp (hij was ’s ochtends ook al met de fiets gekomen). Straffe kost.

Toffe rit, tof gezelfschap. Voor herhaling vatbaar.

Route kan je terugvinden (en downloaden) op http://www.drw.be/gpsroutes/120408-rvdg.htm

One comment

Vooraf deden we een beetje smalend over de zwaarte van het parcours, maar achteraf was de mening van ons beide toch veranderd. Mede door de stevige wind en het snelle tempo. Ik was blij dat Nokereberg een gootje had, maar idd ze mogen die afschaffen en een natte Molenberg is als de natte Koppenberg: heel moeilijk berijdbaar. S’avonds dan nog 35 kilometer gefietst met mijn stadsfiets en een klein beetje geld verloren. Tot op de BIG.